De molens in Enschede en Lonneker.

Ypkemeulen: waarschijnlijk al bekent in 1300. Watermolen met onderslagrad, korenmolen. De molen lag aan een aftakking van de Lippingshofbeek, die ten noorden langs de huidig Ypkemeulenstraat liep. De vroegere ligging van de beek vormt nog de huidige erfafscheiding. tegenover de huidige Frederikastraat lag vroeger een vlonder over de beek met een pad naar de Helenastraat. Beneden vertoonde de beek een verbreding, de "Mölnkolk", ten oosten ernaast zaten de paalfunderingen nog in de bodem. N 52.207387 O 6.875118 . 

   


Noordmolen: een stadsmolen, waarschijnlijk van de 13e eeuw. De molen was eigendom van de stad en men was verplicht om daar het koren te laten malen. Het was een vaste molen met de wieken op het noordwesten. Standerdmolen, windmolen, korenmolen. 1523 afgebrand na 1531 weer opgebouwd en in 1858 afgebroken. Gelegen op de Brinkgaarden aan de Molensteeg tegenover de Niermansgang. N 52.223021 O 6.893439.



Zuidmolen: de Zuidmolen is van de 15e eeuw ( na 1542) en dit was ook een stadsmolen. Het was een model Standerdmolen, windmolen, korenmolen, open voet, zetelkruier. Gelegen op de Zuidelijke stadsbleek op de Molenbeld hoek Haaksbergerstraat-Beltstraat. Deze stadsmolen is in 1859 verkocht voor de sloop en is vervangen door een stoomkoren- en pelmolen. Deze molen is in 1907 verkocht en kort daarna afgebroken.

               

Oliemolen: de Oliemolen was een stellingmolen en is gebouwd in 1776 eigenaar fam. Blijdestein en was een olie- en pelmolen. Stellingmolen, windmolen, oliemolen, achtkantige bovenkruier, buitenkruier. Hij stond op de Hoge Esch aan de Helweg later de Gronausestraat hoek Kneedweg. Op 2 mei 1827 werd de molen voor FL 9000 verkocht aan azijnbrouwer Nicolaas ten Cate, die er een verfhoutmolen van maakte. De molen is in 1887 gesloopt. Enkele nog nu bestaande namen zijn de Oliemolensingel en de Esstraat.

       



Berenbroekse molen: de Berenbroeksemolen is van rond 1800. Hij stond op de hoek van de Arendsweg, Berenbroeksweg en de Molenbergweg. Het was windmolen, korenmolen. 1831 verbrand. Eigenaar Hendrik Berenbroek.


Molen op de Eschmarke: Afkomstig uit Tilligte (Tilligten koornmolen).  Standerdmolen,windmolen, korenmolen. De molen werd in 1837 door Joh. Teunis Roessingh Udink, burgemeester te Denekamp, overgebracht vanuit Lattrop. Hij kwam op kad. perceel O 900, en diende ter vervanging van de verbrande Berenbroekse molen. Het stadsbestuur van Enschede protesteerde wel tegen de verplaatsing, maar het ministerie verleende toch goedkeuring omdat het eigenlijk om een vervanging ging, zij het op een andere plaats. In 1846 nam David Heusinkveld de molen over. Op 22 juli 1859 verbrandde de molen. Er werd een nieuwe gebouwd op de hoek Brinkstraat en Spelbergweg. N 52.219188 O 6.904944.


Demmersmolen (Lonneker): Gebouwd in ongeveer het jaar 1800 op de Elsenkamp tussen de IJzerhaar en de Ruiterkamp. De molen is in 1847 door brand verwoest. Standardmolen, windmolen, korenmolen. Deze houten standerdmolen stond 50 meter noordelijk van de bestaande Lonnekermolen aan de overkant van de weg. Het bouwjaar is niet bekend, maar historieonderzoekers houden het er op dat hij tussen 1789 en 1800 werd gesticht. De naam Demmersmöl kreeg hij omdat hij hoorde bij het erve 'De Demmer'. N 52.249591 O 6.922136.
Volgens de overlevering had de molen wieken die bijna de grond raakten, maar er zijn geen afbeeldingen bekend.
De molen sloeg in 1847 tijdens een storm op hol en verbrandde. De resten werden door de weduwe Ten Dam-Weernink verkocht aan B.W. Blijdenstein, die tegenover de oude molen aan de Lonneker Molenweg een stenen beltmolen liet bouwen.

Lonnekermolen: Gebouwd in 1851 als vervanger van de Demmersmolen. 1851-1865 verfmolen daarna korenmolen. Beltmolen, windmolen. Beheer is nu in handen van de Stichting Erfgoed Lonneker. N 52.249279 O 6.922023.

 

       

Molen van Hof Espelo: Watermolen met onderslagrad, korenmolen. Van deze molen zijn geen schriftelijke gegevens bekend, alleen de veldnaam Molenkamp ten zuiden van de huidige beek, en de Molenkolk, een gat van ongeveer 10 bij 20 meter. Van de molentak zelf, een afsplitsing van de huidige beek, is zo goed als niets meer herkenbaar. N 52.253467 O 6.872089.

Molen van de Hof (Usselo): Watermolen met onderslagrad. Deze molen is niet gevonden in de archieven. Hij lag mogelijk aan een kunstmatige aftakking van de Houwbeek. Uit 1617 is een vermelding bekend van 'den moelenn kolck ahn denn wech nae Holschers Braecke langes doer den oldenn graeven weeder nae Sanders Boem'. Een molenkolk is hier niet meer bekend, wel de Mölnmös voor een stuk land ongeveer 100 m ten wen westen van de boerderij Scholten Loeks noordelijk langs de Boekelosestraat. De Holschers Braecke is het huidige Usseler Kerkhof dat in de volksmond nog de naam Hölschers Broake heet, verder lag vroeger in de Mölnmös een kolk. N 52.204520 O 6.828701.


Wissinksmolen: is begin 1802 gebouwd en is een Standerdmolen ( Stenderkast ), korenwindmolen, open met 3 zolders. Gelegen tussen erve Wissink en het Wiedenbroek. In 1921 is de molen door J. B. van Heek gekocht en verplaatst naar het Buursezand. In 1980 is de molen weer verplaatst naar de oude en huidige plaats aan de Haaksbergerstraat. Eigenaar is de Stichting Wissinks Möl. N 52.196007 O 6.830151.

                   


Groot–Driene: standard windkorenmolen, openvoet zetelkruier, Groot-Driene stond in de Anninkhoek op de grens van Lonneker met Hengelo. De molen is waarschijnlijk van begin 1800. Dit stukje Lonneker is in 1881 overgegaan naar de gemeente Hengelo.  De Oude Molenweg in Hengelo geeft nog enige herinnering aan de Groot-Driene molen. Deze molen komt op de kadastrale kaart van 1821 van Hengelo voor onder de benaming "oude molen aan de Oude Molenweg", In 1832 stond deze op naam van Benjamin ten Cate , die hem later verkocht aan Juriaan Reudink. De 6de december 1868 waaide de molen om; hij werd niet herbouwd.

      

Reudinksmolen: is in 1820 gebouwd door de familie Reudink (uit Goor) op de Heurne, een es aan de Lippers-Kerkweg (huidige Lipperkerkstraat) op de hoek met de Molenweg later de Reudinkstraat genoemd. Standerdmolen, windmolen, korenmolen. Reudink was ook molenaar op de Noordmolen. De molen is in 1897 gesloopt. N 52.221276 O6.905425.

       

Rietmolen: ook genoemd de Heusinkveldmolen/ Reetmölle, is gebouwd omstreeks 1860. De molen stond op erve Spelberg hoek Brinkstraat–Spelbergweg. Het was een stellingmolen, windkorenmolen, achtkante bovenkruier op een belt. De molen raakte vanaf 1918 in verval. Na het bombardement in 1943 werd het een ruïne, die in 1947 bij de stadsopbouw is opgeruimd.

          

     



Windmolen (Boekelo): deze windkorenmolen is gebouwd in 1869. Standerdmolen, windmolen, korenmolen De Winterhaarweg ten oosten van de Windmolenweg (gemeente Lonneker buurtschap Boekelo). In 1880 is hij door brand verwoest na bliksem inslag. N 52.212146 O 6.801715.

Windmolen (Boekelo):Een poldermolen uit Boskoop werd gebouwd op de hoek van de Molenweg en de Winterhaarweg schuin tegenover de afgebrande molen door Frits (Friederich) Börgeling. De molen is door blikseminslag verwoest in 1918 en in 1919 afgebroken. Beltmolen,windmolen,korenmolen, achtkantige bovenkruier, buitenkruier. N 52.213428 O 6.802721.

       

Noordendorpmolen: deze molen is gebouwd in 1891 op het Groot Wageler en Walhof aan de Kottendijk door bakker w.j. Noorddndorp. Het was een windkorenmolen (Stellingmolen), ronde bovenkruier, buitenkruier, van steen met een houten kap. In 1894 is er een stoommachine geplaatst i.v.m. de vele stilstand door te weinig wind. Het weggetje heette later het Windmolenpad. Menko bouwde daar in 1903 een stoomweverij zodat er steeds minder ruimte over bleef voor de molen. In 1918 is het malen voorgoed gestopt en in 1928 heeft Menko de molen gekocht en later gesloopt. In de eerste w.o. is er steenzout mee gemalen. Het onderstuk heeft nog tot 1970 dienst gedaan als opslagloods. In 2010 is het gehele terrein gesloopt en daarmee zijn ook de laatste sporen verdwenen. N 52.226858 O 6.889265.

             



De Vrede (Usselo): de jongste van alle Enschedese molens. Hij is gebouwd in 1918, een stellingmolen, windmolen, houtzaagmolen, korenmolen, achtkante bovenkruier, buitenkruier. Samengesteld uit drie andere molens afkomstig uit Twente en de Achterhoek. De molen stond op een terrein genoemd Het Bosch te Usselo bij de Usselerhalte aan de spoorlijn Enschede-Boekelo-Haaksbergen (Buurselo). De molen maalde meel en zaagde hout. Hij is later nog omgebouwd met elektrische motoren. Vanaf 1934 raakte de molen in verval en is in 1941 gesloopt. N 52.216277 O6.835433.

              

Oale Boers Mölle: Watermolen met onderslagrad, korenmolen. Aan het verdwenen zuidelijke deel van de Olieslagweg lag vroeger een weiland genaamd 'Möllenkolk' langs de Brakersbeek. Omwonenden spreken van 'Oale Boers Mölle', dat verwijst naar het erve Vrielink of De Vrieler op zijn oorspronkelijke plek.
Door de aanlag van het kanaal en de haven is de omgeving onherkenbaar veranderd, de plaats van de Molenkolk valt nu precies binnen de kaneelbedding, tegen de zuidelijke oever. N 52.226155 O 6.849353.

Watermolen Aamsveenweg: Volgens overlevering zou er een molen hebben gestaan aan de 'Droadskolk', 0,75 km stroomafwaarts van waar eens de Hölterhof lag.
De Draadskolk lag tegen de zuidrand van de Schukkinksweg, precis halfweg de Aamsveenweg en de Glanerbeekweg. De Glanerbeekweg is hier oostwaarts verlegd; de oude bedding, versmald tot een sloot, is hier echter nog goed te herkennen [tot de aanleg van de prov. weg N35? Red.]. De kolk is thans gedempt. N52.193930 O 6.953584.

Watermolen Stroinkslanden: 0,5 km benoorden het nog bestaande erve Stroink lag midden in de weilanden een klein beekje, dat zich plaatselijk in twee takken splitste en zo een eilandje vormde, De Pol. Hier werd een vrij brede kolk gevormd, die de naam Mölnkolk droeg. In de nabijheid lagen de percelen Mölnkaamp en Mölnstuk.  
Uit archieven is over deze molen niets bekend, maar de namen zijn een duidelijke aanwijzing dat er een molen heeft gelegen. Het water in de beek was vroeger overvloediger, toen de bovenstrooms liggende gronden nog niet waren ontgonnen. Begin 1973 is hier het Enschedese uitbreidingsplan Stroinkslanden-Zuid aangelegd, maar voor de Pol en de molenkolk is ruimte gelaten in de vorm van een klein park. N 52.191056 O 6.892621.

Watermolen erve Teesink: Het bestaan van de molen is alleen bekend uit overlevering. Waar de beek over het erf stromend, de straatweg bereikt wordt een plek aangeduid als Mölnkolk. De kolk ligt tussen de straatweg en de oude weg, die over het erf lag tussen de schuren en het huis door. N 52.199264 O 6.805548.

Er waren ook in de stad maalderijen, grutterij Barend te Cate, Albertus Averbeek en Laurens van lasonder. Rosmolens, Grutmolens.



Enschede heeft anno 2010 dus nog twee molens, een in Lonneker en een in Usselo.

Bron: De molens in Enschede en Lonneker van T. Wiegman (1991). Molendatabase verdwenen molens (molendatabase.org)