Wissink's Möl (Stenderkast).

Printen
Op de Markevergadering van 26 juli 1802 werd de aanvraag behandeld voor de bouw van een molen op het veld tussen Wiedenbroek en zijn erf. Goedsheren van het erve Huscher en de bouwman van het hofhorige erve Lammerink verzetten zich vanwege het gevaar van hetgeen volgens hun mening de draaiende wieken opleveren voor het vee dat op de heidevlakten gedreven werd. Na lange deliberatie besloot men opposanten gehoord hebbende de molen daar te plaatsen waar de stender met des zelfs voet is liggende. Dit besluit was uitgelekt en in de nacht zou Wissink met man en macht de stender van 70 bij 80 centimeter op de door hem gewenste plek hebben gelegd. Zo kwam de molen voor het eerst in Usselo. In 901 heeft Jan Bernhard van Heek de weer opgebouwd achter het Zonnebeek. Aldus J.J. van Deinse. Nu staat de molen weer op zijn oude plaats .

De standerdmolen, het oudste windmolentype in West-Europa, is geheel uit hout vervaardigd. Hij bestaat uit een vierkante romp, het molenhuis, dat de hele maalinstallatie bevat, en een onderstel, de drager van het molenhuis. Het voornaamste onderdeel van dat onderstel is de "standerd".

Wissink's M?l te Usselo. Stendermolen 1802. Pentekening F.H.Robers.