Marskramer

Printen
Maerskramer, gaanse-kremers, gold-krämer, de Munseterman, De Kiepkearl, hoze-velings, scheur-jödden, of de potten-kearls. Allemaal handelslieden, vaak uit Westfalen, Münster of Ochtrup, maar ook van Twentse stam. Zij waren belangrijke brengers van goed of slecht, al of niet geloofwaardig nieuws, ruilhandelaren die ter voet van boer tot boer trokken. Een feestelijk moment zón bezoek. Mee-eten kon altijd. Hun handelswaar bestond uit knopen, naalden, lappen stof tot aan kippen en ganzen toe. In Enter woonden slimme ganzendrijvers, die brachten in de herfst hele koppels naar Amsterdam. Met de kerst waren ze dan vet. Van het weiden langs de weg. Deze voor de schop poserende man heeft ook poeders en brillen. De hele familie moet er door kunnen kijken anders is het niet goed. Ook verrichten deze rondzwervende lieden als betrouwbaar huwelijksmakelaar.