Het pand rechts heeft de voor Enschede karakteristieke ronde hoek. Dit kwam bij veel panden in het centrum voor. De "aole stadstorent", in middeleeuwse luister hersteld, staat niet midden voor de kerkruimte. De voet van de toren is van de dertiende eeuw. Omstreeks 1480 werd het zuidelijk deel (rechts) aangebouwd. Beide delen waren gescheiden door pilaren, ook nog in 1800, toen de Fransen er hun houtvuren tegen stookten. De pijlers werden verwijderd omdat vele kerkgangers voor de predikant "eclipseerden" (niet te zien waren). De kerk wordt voor het eerst vermeld in 1119 in een oorkonde van bisschop Godebald, waarin hij de kerk van "Aneschede" schenkt aan het kapittel van St.-Pieter.