Glanerbrug, Rijksweg.
Johannes Ruiter: een episode uit de geschiedenis van Glanerbrug. Zoals de rneesten hier was hij afkomstig uit het noorden, gemigreerd met zijn familie naar het dorp, dat uit het niets ontstond aan die smalle streep van de grens in het midden-oosten. In 1906 had hij aan de overkant vijf woningen met een bakkerij overgenomen. Als kruidenier met "twee-cents-stoetens" en heel vee! werk en ook administratieve zorgen, groeide hij groter met zes mensen "achter de toonbank". Hij werd de nestor onder de winkeliers en zijn winkel stond tot de nok toe gevuld. Zelfs voor de ramen van de bovenkamers staan zijn artikelen uitgestald, De bomen accentueren de groei en bloei van de zaak. Die werd vergroot tot een lange pijpela met emmers en teilen, potten en pannen; zeep-extract van het "Bleekertje", zelfwerkend Persil voor de houten wastobbes (de vrouwen moesten wel "beunen" op het was' bord of de man laten zwengelen aan de grote beugel van de wasmachine"), Verder nog potjes pommade, margarine en Egberts baaitabak, alles was er te koop, het liefste contant!
Johannes Ruiter werd promotor van de C.I.K.E.L., de cooperatieve handeIs vereniging Enschede-Lonneker, collegiaal jegens zijn confraters Wagenvoort, Van Mans, Andries van Veen en Prins. In 1924 was Goosen Kroeze hier de eigenaar. Hij dreef er ook een galanteriezaak. Men noemde het de Duitsche winkel". In de inflatietijd, toen de Duitse marken steeds goedkoper werden, handelde men in steeds grotere bedragen met het papiergeld. Men kocht er over de grens machines en klokken voor. Een fiets deed DM. 13,-. Arbeiders werden uitbetaald op maandag, omdat aan het eind van de week de mark gezakt was. Tenslotte werden ze liever uitbetaald met een zak aardappelen, dan met het waardeloze papier. Ook Jelle Biemold heeft hier jaren een souvenirzaak (met onder andere ansichtkaarten! ) gehad.