Hieraan heeft Glanerbrug zijn naam te danken. De grensovergang.
Met de douanecontrole kwam de smokkelarij. Jenever vervoerden ze in een varkensblaas, gewapend met een spijker (die ze er in prikten als ze gegrepen werden).
Men zegt, dat de koffiestruiken welig groeien in het Amtsven (van de verloren bonen).
"En als het 's avonds donker is
Of ais Keetje dronken is,
Dan wordt zo menig pondje boter of vet,
Al over de grens heen gezet" (Keetje was een commies).